Instructies voor de vervanging van de remklauwbeugel op personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen

Lees alle instructies zorgvuldig en neem ze nauwgezet in acht. Dezelfde instructies zijn opgenomen in de verpakking van de remklauwbeugel. Vergeet niet om ze voor de gehele levenscyclus van het product te bewaren. Overhandig ze aan de nieuwe eigenaar als u uw voertuig verkoopt.
Deze montage-instructies zijn een richtlijn voor standaard reparatiewerkzaamheden en houden geen rekening met eventuele speciale kenmerken die van toepassing kunnen zijn op andere remsystemen. De speciale instructies verstrekt door de fabrikanten van de voertuigen en remsystemen moeten strikt in acht worden genomen. 
Dit document verstrekt de instructies voor de vervanging van de remklauwbeugel voor zwevende remklauwen met 2 of 4 zijdelingse veren en met restkoppelreducerende veren.
Wanneer alleen de zijdelingse veren worden vervangen, moet alleen naar de relevante delen worden verwezen.
 
Vervangingsprocedure
 
Voordat de vervanging wordt gestart, moet gecontroleerd worden of de voor de vervanging gebruikte reserveonderdelen geschikt zijn voor het merk en model van het voertuig.  
Noteer de stand van alle gedeeltelijk of volledig gedemonteerde onderdelen, ten behoeve van de correcte terugplaatsing.
 
OPGELET! Tijdens alle handelingen voor de vervanging van de remklauwbeugel mag de vloeistofinlaatslang naar de remklauw NIET worden losgekoppeld.
 
 
Hier volgt de procedure voor de vervanging van de ECS-remklauwen:
n het geval van elektrische storingen moet de actuatorunit (zoals aangegeven onder punt 1) worden gedemonteerd en de zuiger worden teruggetrokken door de torxschroef met een geschikte sleutel rechtsom te draaien.
1. WAARSCHUWING! In het geval van elektrische storingen moet de actuatorunit (zoals aangegeven onder punt 1) worden gedemonteerd en de zuiger worden teruggetrokken door de torxschroef met een geschikte sleutel rechtsom te draaien.
Sluit het diagnose-instrument (On Board Diagnosis - OBD) aan op het voertuig en plaats het in de procedure onderhoudsmodus zoals beschreven door de fabrikant van het voertuig.
2. Sluit het diagnose-instrument (On Board Diagnosis - OBD) aan op het voertuig en plaats het in de procedure onderhoudsmodus zoals beschreven door de fabrikant van het voertuig.

OPGELET! Zonder deze handeling kan de zuiger niet worden teruggetrokken met een zuigertang of een ander geschikt gereedschap.
Controleer of het reserveonderdeel compatibel is met de software van het voertuig.
 Koppel de voedingskabel (punt 2) los van de actuatorunit. 
3. Koppel de voedingskabel (punt 2) los van de actuatorunit. 
WAARSCHUWING! De connector is mogelijk voorzien van een veiligheidsvergrendeling. 

 
Vervangingsprocedure voor alle soorten remklauwen:
Voor remklauwen met een parkeerrem: koppel de besturingskabel (punt 3) los van de remklauw
4. Voor remklauwen met een parkeerrem: koppel de besturingskabel (punt 3) los van de remklauw
Koppel de slijtage-indicator (punt 4), indien aanwezig, los van de klem in het voertuig, door hem los te maken van het plaatje (punt 5) voor de bevestiging op de remklauw en van de eventuele bevestigingen op het chassis.
5. Koppel de slijtage-indicator (punt 4), indien aanwezig, los van de klem in het voertuig, door hem los te maken van het plaatje (punt 5) voor de bevestiging op de remklauw en van de eventuele bevestigingen op het chassis.
Verwijder de beschermende doppen (punt 6) vanaf de geleidebussen.
6. Verwijder de beschermende doppen (punt 6) vanaf de geleidebussen.

7. Als de dop een lipje heeft (punt 7), verwijder de dop dan door met uw vingers aan het lipje te trekken.
. Als de dop is gemaakt van hard plastic (punt 8), gebruik dan een schroevendraaier om hem open te wrikken. Door de verwijdering zal de dop breken.
8. Als de dop is gemaakt van hard plastic (punt 8), gebruik dan een schroevendraaier om hem open te wrikken. Door de verwijdering zal de dop breken.

WAARSCHUWING! De gedemonteerde dop van hard plastic mag niet worden hergebruikt. 
OPGELET! De te demonteren geleidebus moet degene zijn die het remklauwlichaam in staat stelt te draaien zonder dat de toevoerleiding van de remvloeistof wordt uitgerekt.
WAARSCHUWING!  Er zijn twee soorten geleidebussen:
  • met aparte schroef
  • met ingebouwde schroef
. Draai de schroef (punt 9) of de ingebouwde geleidebus (punt 10) los en verwijder ze met een sleutel.
9. Draai de schroef (punt 9) of de ingebouwde geleidebus (punt 10) los en verwijder ze met een sleutel.
10. In geval van een niet-ingebouwde geleidebus (punt 11) moet hij uit de remklauwbeugel (punt 12) getrokken worden door hem met een schroevendraaier uit zijn zitting te wrikken.
 
 Bij de vervanging van de remklauw op de achterwielen met ophanging en bladveren moeten beide geleidebussen (punt 11) verwijderd worden om het remklauwlichaam (punt 13) volledig van de remklauwbeugel (punt 12) te scheiden.
11. Bij de vervanging van de remklauw op de achterwielen met ophanging en bladveren moeten beide geleidebussen (punt 11) verwijderd worden om het remklauwlichaam (punt 13) volledig van de remklauwbeugel (punt 12) te scheiden.
 
WAARSCHUWING! Als er sprake is van remblokken die op de remklauw zijn verkleefd, moeten ze met een schroevendraaier worden losgemaakt en moet worden opgelet dat de rubberen delen van de remklauw niet beschadigd worden.
GEVAAR! Bij de opening van het remklauwlichaam zouden de restkoppelreducerende veren naar buiten kunnen springen.
 
Trek het remklauwlichaam (punt 13) weg van de remklauwbeugel (punt 12) door hem rond de andere geleidebus te draaien, tot de remblokken uit de remklauwbeugel komen. Bevestig het remklauwlichaam met geschikte middelen aan het chassis van het voertuig. Gebruik de zitting van de bus niet als een bevestigingspunt.
12. Trek het remklauwlichaam (punt 13) weg van de remklauwbeugel (punt 12) door hem rond de andere geleidebus te draaien, tot de remblokken uit de remklauwbeugel komen. Bevestig het remklauwlichaam met geschikte middelen aan het chassis van het voertuig. Gebruik de zitting van de bus niet als een bevestigingspunt.
Verwijder de remblokken (punt 14) zonder schade te veroorzaken.
13. Verwijder de remblokken (punt 14) zonder schade te veroorzaken.
Gebruik een marker om de draairichting van de schijf aan te geven op de remblokken, om een onjuiste montage ervan te voorkomen.
14. Gebruik een marker om de draairichting van de schijf aan te geven op de remblokken, om een onjuiste montage ervan te voorkomen.
 
Reinig het montageoppervlak van de remblokken met gebruik van geschikte materialen en producten (bijv. een vochtige doek). Verwijder eventuele lijmresten vanaf het montageoppervlak van de remblokken op het remklauwlichaam
15. Reinig het montageoppervlak van de remblokken met gebruik van geschikte materialen en producten (bijv. een vochtige doek). Verwijder eventuele lijmresten vanaf het montageoppervlak van de remblokken op het remklauwlichaam
Gebruik een marker om de draairichting van de schijf aan te geven op de remblokken, om een onjuiste montage ervan te voorkomen.
16. Als ze nog op hun plaats aanwezig zijn, verwijder de restkoppelreducerende veren (punt 15).
 
Draai de schroef (punt 9) of de ingebouwde geleidebus (punt 10) volledig los en verwijder ze.
17. Draai de schroef (punt 9) of de ingebouwde geleidebus (punt 10) volledig los en verwijder ze.
 
18. In geval van een niet-ingebouwde geleidebus (punt 11) moet hij uit de remklauwbeugel (punt 12) getrokken worden door hem met een schroevendraaier uit zijn zitting te wrikken.
 
19. Trek het remklauwlichaam (punt 13) weg van de remklauwbeugel (punt 12) en let op dat de toevoerleiding van de remvloeistof niet wordt uitgerekt.
Reinig het montageoppervlak van de remblokken met gebruik van geschikte materialen en producten (bijv. een vochtige doek). Verwijder eventuele lijmresten vanaf het montageoppervlak van de remblokken op het remklauwlichaam
20. Draai de bevestigingsschroeven (punt 16) los met een steeksleutel en verwijder de remklauwbeugel (punt 12) vanaf de beugel van de naaf.
 
21. Reinig het remvlak (punt 17) van de schijf met gebruik van een ontvetter (bijv. oplosmiddel SE47).
 
OPGELET! Voor remklauwen met een parkeerrem: wanneer het remklauwlichaam vanaf de remschijf is gedemonteerd en/of de remblokken niet aanwezig zijn, mag de zuiger niet hydraulisch of door middel van de hendel worden bewogen omdat dit de veer kan beschadigen en/of het lekken van remvloeistof kan veroorzaken.
 
Montageprocedure
 
Reinig de montagevlakken op de beugel van de naaf.
 
1. Plaats de nieuwe remklauwbeugel (punt 18) door deze in de schijf te plaatsen
 
2. Plaats de twee bevestigingsbouten (punten 19 en 20) en draai ze enigszins aan.

3.  Scherp de bevestigingsbout op de ingangszijde van de schijf (punt 19) (in vooruitversnelling) aan naar het door de fabrikant van het voertuig aanbevolen aanhaalmoment.

4. Scherp de tweede bevestigingsbout (punt 20) op de uitgangszijde van de schijf aan naar het door de fabrikant van het voertuig aanbevolen aanhaalmoment.
Gebruik ter referentie de volgende aanbevolen aanhaalmomenten:
Type schroef M12x1,25 M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5
Aanhaalmoment 115 Nm 125 Nm 180 Nm 210 Nm
Plaats de nieuwe remklauwbeugel (punt 18) door deze in de schijf te plaatsen

 
De remblokken monteren
 
OPGELET! Als er eventueel remblokken met een zelfklevende zijde zijn, dan moeten nieuwe remblokken gemonteerd worden; volg de bij de vervangende remblokken verstrekte instructies.
 
Vervang, indien geleverd als reserveonderdeel, de zijdelingse veren (punt 21) in de remklauwbeugel en oefen daarvoor de juiste hoeveelheid druk uit om ze stevig te bevestigen.
1. Vervang, indien geleverd als reserveonderdeel, de zijdelingse veren (punt 21) in de remklauwbeugel en oefen daarvoor de juiste hoeveelheid druk uit om ze stevig te bevestigen.
In geval van remklauwen met vier veren moeten de veren altijd gemonteerd worden met de vleugels naar de buitenkant van de remklauwbeugel gericht.
2. In geval van remklauwen met vier veren moeten de veren altijd gemonteerd worden met de vleugels naar de buitenkant van de remklauwbeugel gericht.

OPGELET! Neem de correcte montagerichting in acht.
 
 Plaats de remblokken (punt 14) in de remklauwbeugel (punt 18). Gebruik een schroevendraaier om de zijdelingse veren aan te drukken.
3. Plaats de remblokken (punt 14) in de remklauwbeugel (punt 18). Gebruik een schroevendraaier om de zijdelingse veren aan te drukken.

WAARSCHUWING! Eventuele op de remblokken aangegeven pijlen moeten in de draairichting van de schijf wijzen.
GEVAAR! Remblokken moeten met het frictiemateriaal naar de schijf toe geplaatst worden.
OPGELET! Het remblok met een slijtage-indicator moet worden teruggeplaatst op de positie waar hij zich oorspronkelijk voorafgaand aan de demontage bevond.
Bevestig, indien aanwezig, de klem van de slijtage-indicator (punt 4) op het blok tegenover de zuigers en vervang het indien nodig.
4. Bevestig, indien aanwezig, de klem van de slijtage-indicator (punt 4) op het blok tegenover de zuigers en vervang het indien nodig.

OPGELET! Zorg er bij de bevestiging van de klem van de slijtage-indicator voor dat het meest uitstekende gedeelte naar het frictieoppervlak op het remblok is gericht.
 
 
Montage lichaam remklauw
 
WAARSCHUWING! In geval van nieuwe remblokken moeten de zuigers ingetrokken worden; volg de bij de reserveblokken verstrekte instructies.
 
1. Gebruik een vochtige doek om het montagegebieden van de remklauwbeugel op het remklauwlichaam te reinigen (uiteinden geleiders, kappen).
OPGELET! Gebruik geen producten die de beschermkappen kunnen beschadigen, zoals nitro-tetrachloorethyleenverdunner, benzine, enz.
 
2. Reinig het gehele inwendige oppervlak van de kappen, het buitenoppervlak van de geleidebussen en hun zittingen in het remklauwlichaam en smeer ze gelijkmatig in met vet.
 
Plaats het remklauwlichaam (punt 13) en plaats één van de twee geleidebussen (punt 10) in de zitting op de remklauwbeugel (punt 18).
3. Plaats het remklauwlichaam (punt 13) en plaats één van de twee geleidebussen (punt 10) in de zitting op de remklauwbeugel (punt 18).
OPGELET! De te plaatsen geleidebus moet degene zijn waarbij de remvloeistoftoevoerleiding niet wordt uitgerekt.
4. In geval van een niet-ingebouwde geleidebus (punt 11) moet een nieuwe schroef (punt 22) gemonteerd en aangescherpt worden.
5. Sluit de remklauw voorzichtig, door het remklauwlichaam (punt 13) rond de gemonteerde geleidebus te draaien.
Leid de sonde van de slijtage-indicator (punt 4) door de daarvoor bestemde opening in het remklauwlichaam (punt 13).
6. Leid de sonde van de slijtage-indicator (punt 4) door de daarvoor bestemde opening in het remklauwlichaam (punt 13).
 
OPGELET! Sluit de remklauw voorzichtig en zorg ervoor dat de beschermkappen op de bussen niet beschadigd worden door stoten tegen de steun van de remklauw. Vervang de kappen indien nodig.

WAARSCHUWING! Als er eventueel remblokken met een zelfklevende zijde zijn, let dan op dat er geen contact ontstaat tussen het lichaam en het remblok voordat u de montage van het remklauwlichaam hebt voltooid.
 
 
 
 Plaats de andere geleidebus (punt 10) terug in de zitting van de remklauwbeugel (punt 18).
7. Plaats de andere geleidebus (punt 10) terug in de zitting van de remklauwbeugel (punt 18).
8. In geval van een niet-ingebouwde geleidebus (punt 11) moet een nieuwe schroef (punt 23) gemonteerd en aangescherpt worden.
Scherp de bevestigingsschroef van de geleidebus of de ingebouwde geleidebus aan de ingangszijde van de schijf aan (in vooruitversnelling). Scherp vervolgens de andere schroef of de andere ingebouwde geleidebus aan naar hetzelfde aanhaalmoment.
9. Scherp de bevestigingsschroef van de geleidebus of de ingebouwde geleidebus aan de ingangszijde van de schijf aan (in vooruitversnelling). Scherp vervolgens de andere schroef of de andere ingebouwde geleidebus aan naar hetzelfde aanhaalmoment.
 
OPGELET! Bij de vervanging van de remklauw op de achterwielen met ophanging en bladveren moet het remklauwlichaam worden teruggeplaatst op de remklauwbeugel, om vervolgens beide geleidebussen terug te plaatsen en twee nieuwe schroeven aan te brengen en aan te scherpen.

10. Scherp aan naar het aanhaalmoment aangegeven in de volgende tabel:
 
Type   Aanhaalmoment
Bevestigingsschroef (M8 - CH6) 32÷36 Nm 
Geleidebus met ingebouwde schroef (M8 - CH6) 32÷36 Nm 
Geleidebus met ingebouwde schroef (M10 - CH8) 65÷75 Nm 
 
GEVAAR! Neem de beschreven volgorde voor aanscherpen in acht; gebeurt dit niet, dan kan de goede werking van de remklauw worden aangetast.
 
 
Voor remklauwen met een parkeerrem
 
1. Gebruik de hendel om de zuiger met de remblokken te monteren.
 
OPGELET! Voordat de zuiger met de remblokken wordt gemonteerd, moet gecontroleerd worden of de remklauwbeugel, de remblokken en de schijf aanwezig zijn.
OPGELET! De hydraulische werking is alleen toegestaan wanneer de zuiger zich op minder dan 1 mm van de remblokken bevindt.
 
 
Voor alle soorten remklauwen
 In het geval van restkoppelreducerende veren (punt 24) moet de veer onder de plaat (punt 25) van het remblok worden vastgehaakt en moet de onderkant van de plaat op het andere remblok worden gehaakt, met behulp van een schroevendraaier met holle tip.
1. In het geval van restkoppelreducerende veren (punt 24) moet de veer onder de plaat (punt 25) van het remblok worden vastgehaakt en moet de onderkant van de plaat op het andere remblok worden gehaakt, met behulp van een schroevendraaier met holle tip.

GEVAAR!  Een onjuiste bevestiging van de veer kan ertoe leiden dat de veer open springt.
OPGELET!  Neem de correcte montagerichting in acht.​​​
Reinig het onderdeel (punt 26) zorgvuldig om ervoor te zorgen dat het op zijn plaats blijft en monteer nieuwe beschermende doppen (punt 27), waarbij hun inwendige oppervlak en de zitting van het remklauwlichaam gesmeerd moeten worden met het vet dat bij de set reserveonderdelen wordt geleverd.
2. Reinig het onderdeel (punt 26) zorgvuldig om ervoor te zorgen dat het op zijn plaats blijft en monteer nieuwe beschermende doppen (punt 27), waarbij hun inwendige oppervlak en de zitting van het remklauwlichaam gesmeerd moeten worden met het vet dat bij de set reserveonderdelen wordt geleverd.
WAARSCHUWING! EUH210 - Veiligheidsinformatieblad verkrijgbaar op verzoek.
WAARSCHUWING! EUH208 - Bevat N-gealkyleerde benzotriazool. Kan een allergische reactie veroorzaken.

 
3. Draai de beschermende doppen (punt 27) zo dat ze volledig aan de zitting (punt 28) hechten.
 
 
Voor remklauwen met een parkeerrem
 
1. Sluit de slijtage-indicator, indien aanwezig, weer aan op de klem in het voertuig, door hem met een lichte druk te bevestigen op het plaatje aanwezig op de remklauw en in de eventuele bevestigingen op het chassis.
2. Herstel de correcte spanning naar de besturingskabel.
3. Bedien de parkeerremhendel in de cabine van het voertuig herhaaldelijk, tot de normale slag is hersteld
 
 
Voor ECS-remklauwen
Verwijder de beschermende dop (indien aanwezig) en sluit de voedingskabel (punt 2) aan.
1. Verwijder de beschermende dop (indien aanwezig) en sluit de voedingskabel (punt 2) aan.
2.  Verricht de resetprocedure (controle montage).
3. Reset de tellers, indien nodig, (reset interne tellers) zoals voorgeschreven door de fabrikant van het voertuig.
Sluit het diagnose-instrument (On Board Diagnosis - OBD) aan op het voertuig en plaats het in de procedure onderhoudsmodus zoals beschreven door de fabrikant van het voertuig.
4. Indien voorgeschreven door de fabrikant van het voertuig, moeten de remblokken worden ingereden.
5. Koppel het diagnose-instrument los (On Board Diagnosis - OBD)

 
Voor alle soorten remklauwen
 
1. Plaats het wiel terug.
2.  Bedien het rempedaal tot de optimale druk in het systeem wordt hersteld en de kracht en normale slag van het pedaal zijn hersteld.
3. Controleer het remvloeistofpeil in het reservoir en vul zo nodig bij.
4. Sluit de dop van het remvloeistofreservoir.
5. Nieuwe remblokken moeten worden ingereden; volg de aanwijzingen verstrekt bij de vervangende remblokken.
 
 
Garantiebeperkingen
 
Deze garantie dekt alle conformiteitsgebreken die zich binnen twee jaar na de levering van de goederen voordoen. De consument moet de verkoper binnen twee maanden na de datum van ontdekking informeren over het conformiteitsgebrek, onverminderd het feit dat de verjaringstermijn voor het ondernemen van actie gericht op het aanvragen van herstel van het gebrek gelijk is aan zesentwintig maanden na de levering van de goederen. In geval van een conformiteitsgebrek heeft de gebruiker het recht op reparatie of vervanging van de goederen, of een passende prijsvermindering of de beëindiging van het contract, zoals bepaald door art. 130 van het Consumentenrecht, indien van toepassing.
 
Deze garantie vormt de enige garantie die met betrekking tot dit product wordt verstrekt en vervangt alle andere, zowel mondelinge als schriftelijke garanties.
 
In het geval zich defecten voordoen, moet de gebruiker:
 
  • op straffe van ongeldigverklaring, de fabrikant en de distributeur binnen zestig dagen schriftelijk op de hoogte stellen; tegelijkertijd moet de gebruiker een beschrijving verstrekken van het defect dat op het product of de geretourneerde onderdelen is vastgesteld, naast een bewijs van aankoop door de originele gebruiker waarop zowel het product als de aankoopdatum worden geïdentificeerd (zowel indien aangeschaft in de detailhandel als wanneer verkocht door een distributeur als onderdeel van de installatie van het product);
  • het defect veronderstelde product via de distributieketen verzenden naar Brembo S.p.A., naar de hoofdvestiging in Via Brembo 25 - 24035 Curno (BG) - Italië. 
 
De garantie is niet van toepassing voor:
  • schade aan het product die, geheel of gedeeltelijk, is veroorzaakt door een onjuist gebruik, een incident, brand, chemische corrosie, gebruik voor andere dan de voorziene doeleinden, ongeoorloofd gebruik, gebruik op een ander dan het voorziene model, onjuiste installatie, installatie in strijd met de aanwijzingen van de fabrikant, of gebrek aan onderhoud aan het product zoals door de fabrikant voorgeschreven in de verstrekte instructies;
  • klachten met betrekking tot het comfort, de aanwezigheid van geluiden, trillingen of stugge rijeigenschappen.
 
Het product is ontworpen en geproduceerd voor het specifieke model en gebruik aangegeven in de Brembo-catalogus en/of door de Brembo-productdistributeurs, beiden beschikbaar op de website van Brembo (www.brembo.com). Het product moet gebruikt worden in overeenstemming met de wetgeving van kracht in de staten en/of landen waar het voertuig, waarop het product is geïnstalleerd, wordt gebruikt, inclusief, maar niet beperkt tot, de naleving van de voorschriften van de verkeerswetgeving, en na het verkrijgen van een toestemming/goedkeuring, vergunning of licentie die door de staat en/of het land is vereist.
Voor producten die worden verkocht op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie gelden deze garantiebeperkingen in overeenstemming met de bepalingen van de richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985.
Voor producten die worden verkocht op het grondgebied van de Verenigde Staten gelden deze garantiebeperkingen in overeenstemming met de eventueel toepasselijke federale of staatswetgeving.
 
 
Algemene en veiligheidsinformatie
 
Dit product van Brembo is ontworpen om te voldoen aan alle toepasselijke veiligheidsnormen. De producten zijn niet bedoeld om gebruikt te worden op een andere manier dan het specifieke gebruik waarvoor ze zijn ontworpen en geproduceerd. Gebruik voor enig ander doel, of enige wijziging van of geknoei met het product kan van invloed zijn op de prestaties van het product en kunnen het product onveilig maken.
 
Dergelijke wijzigingen of een oneigenlijk gebruik maken de beperkte garantie ongeldig en kunnen de persoon die het product gebruikt aansprakelijk stellen voor lichamelijk letsel of materiële schade aan anderen.
 
In deze instructies betekent de waarschuwing “GEVAAR!” dat procedures die niet worden nageleefd met een hoge mate van waarschijnlijkheid ernstig of zelfs dodelijk letsel zullen veroorzaken. “OPGELET” betekent dat niet-nageleefde procedures kunnen resulteren in fysieke schade, terwijl “WAARSCHUWING!” betekent dat procedures die niet worden nageleefd mogelijke schade aan het voertuig kunnen veroorzaken.
 
GEVAAR!
Voordat de vervanging wordt gestart, moet gecontroleerd worden of de reserveonderdelen geschikt zijn voor het merk en model van het voertuig. Dit product is van vitaal belang voor de veilige werking van het voertuig waarop het wordt geïnstalleerd en mag uitsluitend geïnstalleerd worden door een vakbekwaam, gekwalificeerd persoon die is opgeleid en/of ervaring heeft met de installatie en het beoogde gebruik van het product.
 
De installateur moet beschikken over passend professioneel gereedschap en over kennis en ervaring in het uitvoeren van voertuigreparaties. Een verkeerde of onjuiste installatie, ongeacht of deze wordt veroorzaakt door een onnauwkeurige en onvolledige naleving van deze instructies of door andere omstandigheden, maakt de beperkte garantie ongeldig en kan de installateur aansprakelijk stellen in geval van persoonlijk letsel of materiële schade.
Brembo is niet aansprakelijk voor eventuele schade of letsel veroorzaakt aan of door een persoon die een voertuig gebruikt waarop een reserveonderdeel onjuist is geïnstalleerd.
 
OPGELET!
Vervangen onderdelen moeten in overeenstemming met de wetgeving verwijderd worden.
Het is van vitaal belang dat harde stoten op en/of beschadiging van het product, de onderdelen en componenten ervan worden voorkomen, aangezien dit afbreuk kan doen aan hun efficiëntie en kan leiden tot storingen. Indien nodig, moeten eventuele beschadigde onderdelen of componenten vervangen worden. Om letsel te voorkomen, raden we het volgende aan:
  • Gebruik geschikte apparatuur om het inademen van stof dat tijdens de reiniging van de onderdelen vrijkomt, te voorkomen.
  • Draag altijd handschoenen tijdens de demontage en montage van componenten met scherpe randen.
  • Zorg ervoor dat de huid geen direct contact maakt met het frictiemateriaal van remblokken en remschoenen, omdat dit tot schaafwonden kan leiden.
  • Vermijd om uw handen in de zittingen van de remblokken te steken wanneer de zuigers van de remklauw met gebruik van perslucht worden verwijderd, aangezien dit een risico vormt op verplettering van uw handen.
  • Vermijd rechtstreeks contact met de remvloeistof aangezien dit irritatie van de huid en ogen kan veroorzaken. In geval van een onbedoeld contact, grondig reinigen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van het voertuig of van de remvloeistof.
  • Stel de elektrische componenten niet bloot aan elektrostatische ladingen of aan schokken die de plastic delen kunnen beschadigen.
  • Bescherm gedemonteerde elektrische componenten tegen vocht.
  • Zorg voor een correcte aansluiting van alle elektrische contacten en controleer of de waarschuwingslampjes gaan branden. Als dat niet het geval is, zou de niet-werking van de waarschuwingslampjes een vermindering van de efficiëntie van het remsysteem of een storing van de signaleringen met betrekking tot het remsysteem kunnen veroorzaken.
  • Vermijd contact van vet of andere smeermiddelen met de remvlakken van de remschijf, -trommel, -blokken en -schoenen omdat dit van invloed kan zijn op de efficiëntie van het remsysteem en kan leiden tot ernstige fysieke schade.
 
Garantie
Deze garantie dekt conformiteitsgebreken die zich binnen twee jaar na de levering van het product voordoen. Wanneer er een defect wordt ontdekt, moet dat binnen 60 dagen na de ontdekking en binnen twee jaar na de datum van aankoop van het product gemeld worden. In geval het defect wordt bevestigd en onder de garantie valt, wordt het product gerepareerd of vervangen door een nieuw of grondig gereviseerd product. De garantie dekt geen defecten die geheel of gedeeltelijk te wijten zijn aan een onjuist gebruik van het product, incidenten, branden, chemische corrosie of een onjuiste installatie.

Hebt u nog meer vragen?

Neem contact op met de helpdesk van Brembo. Onze technici zullen zo spoedig mogen antwoorden!!
Terug naar inhoudsopgave
Montage instructies voor personen auto’s
Lees het volgende artikel
Instructies voor de vervanging van trommelremmen op personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen
Privacybeleid">